AMSTERDAM, CYBURG, GLAS
Michael van der Vlis, 23 maart 2002

Amsterdam

 

Amsterdam is een stad met een rijke en relatief lange ICT-geschiedenis. Enkele voorbeelden: 'de Watergraafsmeer' was bij de geboorte van het WorldWideWeb; De Digitale Stad (opgericht met gemeentelijke steun) was een hele vroege digitale community; Xs4all was één van de eerste europese ISP's; Teleport Sloterdijk was een vroeg voorbeeld van ICT-gericht vestigingsbeleid.

 

Amsterdam heeft ook een bruisend ICT-heden. De AmsIX is de internethub van continentaal Europa; ICT is de vijfde peiler van de Amsterdamse economie (8.000 bedrijven, ruim 10% van de werkgelegenheid); de financiële sector en de zakelijke dienstverlening zijn hevig ICT-doortrokken; de Amsterdammers doen enthousiast mee: ruim 60% zit inmiddels 'aan het net'.

 

Amsterdam was en is, ook op ICT-gebied, de hoofdstad van Nederland en een stad met internationale betekenis. Dat is vooral de verdienste van heel veel individuele Amsterdammers, van een op contact en innovatie gericht cultureel en economisch klimaat en van lokale overheden (stad, stadsdelen, regiogemeenten) die dat klimaat bevorderen en voorwaardenscheppende initiatieven nemen.

 

Die positie blijft niet vanzelf behouden: o.a. de komende breedbandrevolutie betekent dat je niet op je krent kunt blijven zitten: er zijn genoeg kapers op de kust. De toekomstige positie is mede afhankelijk van de vraag of de overheden hun partijtje mee blijven blazen. Over dat laatste gaat dit artikel en dan met name over twee initiatieven: Cyburg en Glasnutsbedrijf.

 

Cyburg: waarom?

 

Cyburg is een virtuele gemeenschap voor het ontwikkelen, uittesten en uitrollen van nieuwe en vernieuwde, ICT-gebruikende, diensten. Diensten van burgers onderling en diensten van bedrijven, instellingen en overheden. Cyburg is geworteld in het Amsterdamse stadsdeel Zeeburg, maar iedereen kan Cyburger zijn en export van ervaringen en resultaten is een wezenlijk deel van de missie.

 

Waar is dat voor nodig? Zonder proeftuin waarin nieuwe iedeeën goed uitgetest en verbeterd kunnen worden gaan veel initiatieven de mist in, dat heeft de dotcomcrisis in ieder geval bewezen. Met zo'n proeftuin (een permanent klantenpanel waarin 10.000 Cyburgers mee doen aan ontwerp en beoordeling) wordt de kans op succes groter. Tot profijt van gebruikers, bewoners, bedrijven en stad.

 

Kern van de proeftuin is het Stadsdeel Zeeburg bestaande uit de Indische Buurt (een oude GSB-buurt met 60% allochtonen, 100 nationaliteiten, veel studenten), het Oostelijk Havengebied (met veel yuppen en andere earlu users) en IJburg (vinex-wijk in aanbouw: daar komen veel jonge gezinnen): een ideale mix voor het breed uittesten van nieuwe ideeën. Overigens is ook iemand uit Honoloeloe van harte welkom als hij/zij zich aan wil melden als Cyburger.

 

Waar het om gaat is het scheppen van een virtuele gemeenschap die in aansluitingen, diensten en ervaringen zo'n twee jaar voorop loopt. Wat daar succesvol is heeft betere kansen buiten Cyburg. Die virtuele gemeenschap Cyburg heeft een nauwe band met de fysieke gemeenschap Zeeburg (we combineren virtuele met fysieke nabijheid): mensen houden van mensen en een context waarin contact vergemakkelijkt wordt biedt mensen de optimale kans om mee te doen aan innovatie.

 

Cyburg: hoe?

 

De Stichting Amsterdam Kennisstad Cyburg heeft dit voorjaar van/via de Gemeente Amsterdam een budget meegekregen van een kleine E 15 miljoen voor het aanpakken van de volgende taken:

· Betere verbindingen (breedband) voor de Zeeburgers (en anderen).

· Algemene voorzieningen: emailboek, portaal, transactie- en identificatiefaciliteiten.

· Het werven en faciliteren van Cyburgers: het bevolken van de proeftuin.

· Het uitnutten van de ontstane omgeving: laboratorium voor nieuwe diensten.

Op die betere verbindingen kom ik hierna terug, eerst even de andere taken.

 

Een centraal element onder die algemene voorzieningen is het emailboek: in z'n meest kale vorm zoiets als 'een telefoonboek' met het emailadres als centraal gegeven. Maar je kunt er, als Cyburger (enige eigenaar van de informatie) allerlei andere informatie aan hangen: bereikbaarheid (op mijn werk ..., in geval van nood ..., mijn site(s), mijn profiel, mijn raamadvertentie, etc). Je kunt er onderling groepsgewijs emailen (en siteje bouwen) en je kunt er een groep starten: stuur een mailtje naar alle gezinnen met kinderen binnen 300 meter van mijn woning: ik wil een oppasnet beginnen, of 'ik wil een koranstudieclub beginnen', of ...

 

Cyburg heeft ook een portaal (www.cyburg.nl, net van start): de agora van de gemeenschap (voor ontmoetingen, gesprek, discussie) en de vindweg naar wat er binnen Cyburg allemaal gaande is. In ontwikkeling zijn transactie-faciliteiten (o.a. een prepaid-systeem voor micro-payments) en faciliteiten voor identificatie.

 

De introductie-strategie is gericht op aansluiting bij bestaande gemeenschapjes: een elftal van een voetbalclub, de ouders van een schoolgroep, die schoolgroep zelf, een vereniging van eigenaren, enz. We geven dat soort groepen een plek in Cyburg en reiken tools aan voor het onderling contact, voor exposure, voor werving van nieuwelingen, enz. En we gaan een softwarelab inrichten voor de ontwikkeling van (gebruiksvriendelijke!) tools: voor de gemeenschappen, maar ook voor de markt. En er komen 'digibuddies' voor hulp aan de achterblijvers.

 

Bij het uitnutten van het laboratorium staan, onder het motto 'eerst een samenleving, dan pas een markt', diensten van 'Cyburgers onderling' (oppasnet, klussennet, postzegelmarkt, enz.) hoog op ons lijstje. Een E-lab en een E-bizz-platform gaan zich richten op de kansen voor het MKB. Een ICT-bedrijfsverzamelgebouw zal, naast huisvesting voor bedrijven uit de sector, een ontmoetingsplek voor ICT'ers moeten worden. Speerpunten in de wereld van de grotere organisaties: financiële bedrijven, grote detailhandel, een zorgportaal, e-governement-programma's, woningexploitanten.

 

Glasbedrijf: waarom?

 

Cyburg gaat primair over diensten, maar wil ook infrastructureel in de frontlinie staan. De Amsterdamse discussie over een 'glasvezelnutsbedrijf' staat formeel los van Cyburg, maar inhoudelijk hangen beide onderwerpen natuurlijk hevig samen en Zeeburg is de vanzelfsprekenede pilot. Over Cyburg heeft de gemeente besloten, over een glasbedrijf nog niet meer dan 'we moeten in ieder geval iets gaan doen' (op hoever dat iets gaat wordt nu gestudeerd). Het onderstaande is dus geheel voor mijn rekening (al staat het natuurlijk niet los van de ontwikkelingen in het Amsterdamse denken).

 

Waarom voeren we die discussie eigenlijk, waarom laten we het niet gewoon aan de markt over?

· De markt laat op zich wachten. Als je, om redenen van economisch, sociaal en cultureel beleid, tempo wilt maken, zul je als lokale overheid het voortouw moeten nemen.

· Tegen de tijd dat marktpartijen in beweging komen gaan ze aan krentenpikkerij doen. Zoals dat 100 jaar geleden ging: in Zuid hebben ze duinwater, in de Staatsliedenbuurt de cholera.

· Glas-naar-de-meterkast wordt ongetwijfeld een gebiedsgewijs monopolie. Van monopolistische marktpartijen hebben bedrijfsleven noch bevolking veel goeds te verwachten.

 

De redenen voor het falen van de markt zijn helemaal niet ingewikkeld:

· De 'natuurlijke' marktpartijen (KPN, kabelaars) hebben het geld niet. En al hadden ze het wel: ze zitten helemaal niet te wachten op het kanibaliseren van hun bestaande cashcows.

· Het 'passieve net' (t/m dark fiber) heeft alle investeringskarakteristieken van een nutsvoorziening: het gaat om veel geld, een afschrijvingstermijn van decennia en een matig rendement. Daar kunnen nieuwe marktpartijen echt geen durfgelders voor vinden.

 

Nog even iets over die monopolie-positie. De huidige Telecomwet gaat uit van de komst van concurrerende glasvezelaars. Bij sterke vraagbundeling van bedrijfsmatige klanten (grote kantoren, intensieve bedrijfsterreinen) is dat een heel reële optie. Maar bij een consumentenmarkt (over FttH werd ten tijde van het schrijven van de Telecomwet nog door niemand serieus nagedacht) is dat een volstrekte illusie. Dat is een markt van 'first mover takes all'. En de business case is voor die first mover alleen gezond te maken als hij aan 'verticale integratie' (het in de sector gangbare eufemisme voor monopolistisch gedrag) doet.

 

Glasbedrijf: hoe?

 

Om als consument een werkende glasvezelverbinding aan huis te krijgen moet een keten van leveranciers aan het werk (zie plaatje)

1. Het 'netplan': een (leveranciersonafhankelijk, nog niet in detail dus) netontwerp met de bijbehorende ruimtelijke reserveringen (voor huisjes en kastjes, voor het leggen van de buisjes). Dat lijkt mij typisch gemeentelijk werk (zelfs binnen de huidige Telecomwet: de gemeentelijke coördinatiebevoegdheden).

2. Het 'passieve net' (lege huisjes, buisjes met donker glas). Dat komt er niet of het komt er verkeerd als de gemeente het voortouw niet neemt. En dat voortouw impliceert de bereidheid om mee te investeren. Wat helemaal niet wil zeggen dat het een gemeentebedrijf zou moeten zijn, daar kom ik op terug.

3. Het 'actieve net' (belichting, switching, billing). Dat heeft economisch een heel andere karakteristiek dan het passieve net: afschrijvingstermijnen van 3 à 5 jaar, techniek die helemaal nog niet uitontwikkeld is. Dit is helemaal niet overheidsachtig. De 'Passief Net BV', waarin de gemeente participeert, laat dat over aan de markt. Maar regelt wel, via de huur- (of kortlopende concessie-) overeenkomst voor het gebruik van het passieve net, dat universaliteit (aansluitplicht) en transparantie (verbod op verticale integratie) geregeld zijn.

4. Het dienstenaanbod. Daar valt heel veel over te zeggen maar dat hoeft in dit kader niet: dat kunnen we zonder enig bezwaar helemaal aan de markt over laten.

 

Nog even iets over de 'Passief Net BV'. Die zou 100% gemeente kunnen zijn, de koers waar B&W van Rotterdam op zit. Dat kan heel goed en het heeft de charme van de organisatorische eenvoud. Maar ik kies voor een aanpak die meer op samenwerking en commitment is gericht. Bijvoorbeeld:

·   Een Passief Net BV die eigenaar is van het 'hoofdnet' en waarin de gemeente (30%), de woningexploitanten (30%) en pensioenfondsen (40%) participeren. O.i.d.

· Een contractueel daarmee verbonden verzameling buurtnetten. Die buurtnetten kunnen geheel eigendom zijn van woningexploitanten (corporaties, VvE's, etc), het kunnen joint ventuers zijn van die partijen met PN (Passief Net BV), het kunnen volle dochters van PN zijn (als het streven naar universaliteit dat nodig maakt)

 

We hebben het over echt breedband. Daar gaan dus films over verzonden worden en andere bestanden die heel veel bittransport vragen.. Wat je bij 'ouderwets' internet nauwelijks kan gebeuren is dan onmiddelijk aan de orde: je overschrijd de 'fair use policy' van bijv 1 Gigabit per maand. Eén film of voetbalwedstrijd en je zit al aan je tax. Essentieel onderdeel van PN is daarom een stadsbrede colocatie (in Amsterdam zetten we die natuurlijk naast de AmsIX) die alle lokale verkeer (90% van het totaal?) als 'intern verkeer' behandeld. Zodat het voor de burger betaalbaar blijft.