CU: fragmenten uit
het verkiezingsprogramma
http://verkiezingen.christenunie.nl/page/30746
* … spreekt het vanzelf dat
banken, verzekeringsmaatschappijen, energiebedrijven, enz. een stuk algemeen
maatschappelijk belang behartigen. In de zorgverlening draait het om zorg; in
het onderwijs om onderwijs, in het openbaar vervoer om het voorzien in
mobiliteit. Die kernactiviteiten zijn en blijven wat de ChristenUnie betreft
daarom leidend in deze sectoren. Maatschappelijk ondernemen vergt betrokkenheid
en inspraak van cliënten.
* Bij collectieve voorzieningen staat het
algemeen belang echter altijd voorop. Ook waar de keuze gemaakt is om
feitelijke uitvoering in handen van particuliere bedrijven te leggen, kan en
mag de overheid niet weglopen van haar zorgplicht ten aanzien van onderwijs,
zorg, openbaar vervoer, energievoorziening en communicatie.
* Ons huidige welvaartsniveau spreekt niet
vanzelf en kan niet koste wat kost verdedigd worden. De druk die het legt op
de schepping, op ruimte en milieu, valt niet te rechtvaardigen tegenover de
rest van de wereld en tegenover volgende generaties. We moeten onze verantwoordelijkheid
hervinden en hernemen rond energiegebruik, mobiliteit, afval, kortom rond het
beslag dat we op de milieugebruiksruimte leggen.
* Een innovatieprogramma stedelijk wonen,
dat nieuwe woonvormen stimuleert in hoge dichtheden, mét veel buitenruimte, een
veilige en fietsvriendelijke woonomgeving en veel groen. Investeren in ruimte
voor groen, in speelplekken, sportvoorzieningen en groene schoolpleinen.
* Goedkoop reizen, ook voor MBO studenten.
Zij krijgen net als HBO- en universitaire studenten een fikse korting op het
reizen met het OV.
* Zij (gemeenten, red) kunnen die zorgvraag samenbrengen met andere
voorzieningen, zoals thuiszorg of vervoer. Zo kan met behoud van kwaliteit met
minder geld meer zorg aan meer mensen worden verleend.
Omslag in
ruimtelijk beleid, duurzaam bouwen en wonen
* Bouwen binnen stad en dorp wordt de norm en
waar dat niet realistisch is, wordt gekozen voor uitbreiding nabij bestaande
wegen en OV voorzieningen. Door te bouwen bij bestaande stations en knooppunten
van OV, kan het aantal files worden beperkt en het rendement van het openbaar
vervoer worden verbeterd. Binnenstedelijk bouwen moet hand in hand gaan met
vergroening, om steden en dorpen leefbaar te houden.
* Bundelen
en verdichten. Prioriteit wordt gegeven aan binnenstedelijk
bouwen en herstructurering van bestaande bedrijventerreinen. Dat is goed voor
de draagkracht van voorzieningen en het openbaar vervoer. Compact bouwen en
slim verdichten zijn uitgangspunt, omdat intensief ruimtegebruik niet ten koste
mag gaan van schaars groen. Verstedelijking en bedrijvigheid worden gebundeld
rond bestaande kernen en daarbinnen bij OV-knooppunten.
* Nette inpassing. Er
komt meer aandacht voor de ruimtelijke inpassing van nationale infrastructuur.
Daarbij gaat het niet alleen over visuele aspecten, maar zeker ook over de
gevolgen voor de leefomgeving (geluidsoverlast en luchtverontreiniging).
* De grotendeels stilgevallen woningbouw is een
groot probleem. Niet alleen voor werkgevers en werknemers in de bouwsector en
voor de economie als geheel, maar ook gelet op het feit dat nieuwbouw gewoon
noodzakelijk blijft. Met name in de noordelijke Randstad is de vraag naar
woningen op middellange termijn onverminderd groot. In die vraag hoeft
overigens niet alleen te worden voorzien door nieuwbouw en herstructurering van
verouderde woonwijken, maar ook door het verbouwen van leegstaande kantoren tot
woningen en herstructureren van verouderde bedrijventerreinen. Naast het weer
op gang brengen van de woningbouw en de transformatie van de kantorenmarkt is
de verduurzaming van de bestaande woningvoorraad een grote maatschappelijke
opgave.
* Overaanbod
kantoorgebouwen drastisch terugdringen. Door instelling van
regionale sloop- en herstructureringsfondsen kan het overaanbod van
kantoorgebouwen worden aangepakt. Deze fondsen dienen te worden gefinancierd
door marktpartijen en bijvoorbeeld door uitbreiding van de in de Leegstandswet
mogelijk gemaakte leegstandsheffing met betrekking tot de eigenaren van
leegstaande kantoren en ontwikkelaars van nieuwe kantoren. Het moet voor
eigenaren financieel onaantrekkelijk worden om winkel- en kantoorpanden
langdurig leeg te laten staan. Met deze aanpak kan bovendien de
binnenstedelijke woningbouw weer op gang worden gebracht.
* Maak
kantoren geschikt voor bewoning. De ChristenUnie wil de
transformatie van kantoorgebouwen naar woningen krachtig bevorderen. Daarvoor
worden de regels rondom hergebruik en herbestemming vereenvoudigd. Ook wordt de
BTW voor (verbouw)activiteiten voor transformatie van bestaand vastgoed
tijdelijk verlaagd naar 6%.
7.5 Mobiliteit in beweging
Mobiliteit brengt mensen bij elkaar en is essentieel om echt samen te kunnen
leven. Mobiliteit is bewegingsvrijheid, maar stelt ons ook voor vragen op het
gebied van leefomgeving en leefbaarheid. De ChristenUnie wil dat de groeiende
mobiliteit niet ten koste gaat van onze leefomgeving en de leefbaarheid
daarvan. We kiezen daarom voor verduurzaming van de mobiliteit, een betere
benutting van de bestaande infrastructuur en het beter met elkaar verbinden van
de verschillende vervoersmodaliteiten: auto, openbaar vervoer en fiets bij het personenvervoer
en scheep- en binnenvaart, spoor en weg bij het goederenvervoer. De
ChristenUnie wil meer dan ooit het vervoerssysteem als één geheel zien en
benaderen en niet de verschillende modaliteiten tegen elkaar uitspelen. In deze
tijden van financiële krapte kiest de ChristenUnie ervoor om de
verschillende vormen van vervoer te ontwikkelen op hun sterke punten. Zo is het
spoor uitermate geschikt voor het verbinden van stedelijke centra met elkaar,
de zogenoemde hart op hart relaties, en de weg voor de kris-kras relaties. Deze
benadering vraagt om gerichte investeringen in het openbaar vervoer, in
fietsvoorzieningen, in wegen, maar vooral ook in voorzieningen die de samenhang
tussen de verschillende vervoersmodaliteiten versterken, zoals betere fysieke
aansluitingen binnen en tussen de verschillende vormen van vervoer en een veel
betere informatievoorziening.
Openbaar vervoer
Het openbaar vervoer moet aantrekkelijker worden, de Reiziger moet weer met
een hoofdletter R worden geschreven. Openbaar vervoer is niet overal een
bruikbaar alternatief voor de auto, maar ook op het platteland is door een
slimmere organisatie een aanzienlijke verbetering mogelijk.
- Ambitie en actie. De
OV-ambities moeten hoger. Aanzienlijke groei van het aantal reizigers is
mogelijk als wordt geïnvesteerd in reistijdverbetering.
- Prestaties
openbaar. Vervoerders worden verplicht cijfers over
bezettingsgraad, reistijd en klanttevredenheid te publiceren.
- Investeren in
lightrail en busbanen. Binnen het Infrafonds wordt structureel
ruimte gereserveerd voor grote regionale OV-projecten met een nationaal
belang, zoals de IJmeerverbinding, de metro tussen Schiedam, Rotterdam
Zuid en Kralingse Zoom, de uitbouw van het tramnetwerk in Utrecht en meer
vrije busbanen. De snelwegbus biedt voor veel forenzen kortere reistijden.
- Reiziger centraal. De
OV-chipkaart wordt meer klantgericht door meer verkooppunten en
makkelijker overstappen. Het moet een brede mobiliteitskaart worden. De
actuele reisinformatie op haltes, stations en internet wordt aanzienlijk
verbeterd.
De
ChristenUnie stelt een actieplan spoor voor.Kernpunten zijn:
- Capaciteitsuitbreiding. Inhaalsporen of
spoorverdubbeling, extra perrons en ongelijkvloerse kruisingen zijn op een
aantal punten noodzakelijk, zodat intercity’s en sprinters elkaar niet in
de weg zitten en de frequentie kan worden verhoogd. De enkelsporige
regionale spoorlijnen en grensoverschrijdende spoorlijnen worden
opgewaardeerd door (gedeeltelijke) spoorverdubbeling, elektrificatie en
verhoging van de baanvaksnelheid.
- Nieuwe spoorbeveiliging. Het nieuwe
beveiligingssysteem ERTMS wordt snel ingevoerd, zodat treinen korter op
elkaar kunnen rijden, de spoorveiligheid verbetert en op langere termijn
onderhoudskosten worden bespaard.
- Kortere reistijden. Het spoor wordt
waar mogelijk stapsgewijs geschikt gemaakt voor hogere snelheden. De
maximum snelheid wordt op regionale spoorlijnen verhoogd van 140 naar 160
km per uur en op de meeste intercity corridors naar 200 km per uur te
beginnen met Almere-‘Noord-Nederland’ en Amsterdam-Maastricht.
- Kortere routes. Oude
spoorverbindingen, zoals Veendam-Stadskanaal en Apeldoorn-Dieren worden
opnieuw geopend. Bij de verbreding van de A27 wordt rekening gehouden met
een toekomstige spoorlijn Breda-Utrecht-Almere. Er wordt geïnvesteerd op de
OV-relatie Drachten-Heerenveen, bij voorkeur in een spoorverbinding.
- Meer stations. Er moet ruimte
komen voor stadsgewestelijk vervoer op het spoor. Er worden tot 2028
tenminste vijftig nieuwe stations geopend.
- Scherpere eisen aan NS en ProRail. De voor reizigers
belangrijke criteria worden opgenomen in de nieuwe NS vervoersconcessie
voor het hoofdrailnet. De maximaal toegestane prijsverhoging wordt
afhankelijk van de prestaties van NS. De toeslag voor de HSL-Zuid vervalt
nu deze onderdeel wordt van het hoofdrailnet. ProRail moet zorgen voor
minder verstoringen en het sneller oplossen van verstoringen.
- Goed onderhoud, robuuste knooppunten. Op spooronderhoud
wordt niet bezuinigd. De capaciteit op knooppunten, zoals Utrecht
Centraal, wordt vergroot, zodat grote storingen makkelijker kunnen worden
opgevangen.
- Minister regie over ProRail. ProRail komt onder
directe leiding van de minister en wordt op termijn samengevoegd met
Rijkswaterstaat. Hierdoor wordt synergie afgedwongen tussen weg- en
spoorprojecten en wordt de minister beter aanspreekbaar op het
spoorbeheer. De samenwerking tussen ProRail, NS en de andere
spoorvervoerders wordt geïntensiveerd.
- Goederencorridors. Bij groeiend
transportvolume moet ingezet worden op aparte goederencorridors om steden
en dorpen te ontlasten. Wij zijn daarom voor de Noordtak van de
Betuweroute en de ROBEL-lijn tussen Rotterdam en Antwerpen. De Betuweroute
wordt meer gebruikt. De ChristenUnie is tegen een spoorboog bij Deventer,
omdat dit geen toekomstvaste oplossing is die bovendien ten koste gaat van
de capaciteit voor het reizigersvervoer.
Automobiliteit
- 120 km/uur is hard
zat. De verhoging van de maximum snelheid naar 130 km/uur wordt
teruggedraaid vanwege negatieve gevolgen voor de verkeersveiligheid en het
milieu en het feit dat in de praktijk nauwelijks sprake is van
reistijdwinst.
- Veilig verkeer.
Het aantal verkeersslachtoffers kan en moet fors lager. De ChristenUnie
zet in op minimaal 50 procent minder verkeersdoden- en gewonden in 2020
ten opzichte van 2010. Daarbij moet met name worden ingezet op het
terugdringen van ongelukken met kwetsbare verkeersdeelnemers: jonge
kinderen en ouderen. Overtredingen binnen de bebouwde kom worden harder
aangepakt. Stelselmatige overtreders worden strenger gestraft. Hiervoor
wordt naast het alcoholslot ook het snelheidsslot ingevoerd voor deze
groep. Ook wordt het puntenrijbewijs uitgebreid. Voor een effectieve
aanpak is een betere registratie van verkeersongevallen nodig.
- Niet meer, maar
anders betalen voor mobiliteit. Door grotendeels te betalen naar
gebruik in plaats van naar bezit wordt recht gedaan aan het principe ‘de
vervuiler betaalt’. De ChristenUnie kiest voor een geleidelijke en
zorgvuldige invoering van de kilometerprijs gedifferentieerd naar tijd,
plaats en milieukenmerken. De komende kabinetsperiode wordt, in navolging
van de ons omringende landen, in ieder geval de kilometerbeprijzing voor
vrachtwagens ingevoerd. Voor personenauto’s wordt in eerste instantie
alleen een tarief naar milieukenmerken ingevoerd op basis van een jaarlijks
opgenomen kilometerstand.
- Grotendeels
terugdraaien schrappen onbelaste reiskostenvergoeding. De
onbelaste reiskostenvergoeding voor het openbaar vervoer blijft bestaan.
Wel komt er een maximum aan de te vergoeden afstand. De onbelaste
kilometervergoeding blijft ook bestaan, maar de kilometervergoeding wordt
wel lager.
- Eerlijker
bijtelling leaseauto. De bijtellingregeling voor de auto van
de zaak wordt niet alleen gedifferentieerd naar zuinigheid, maar ook naar
het verreden aantal privékilometers.
- Scherpe normen.
Technische mogelijkheden om voertuigen zuiniger te maken, overlast en
vervuiling te beperken en de veiligheid te bevorderen worden maximaal
benut. Nederland zet zich in voor het aanscherpen van de Europese CO2-normen
voor personenauto’s. Dit mogen geen theoretische waarden zijn, ze worden
getoetst via een test die de praktijk goed nabootst.
- Nederland
Elektroland. Hoewel de overheid wat betreft de ChristenUnie
terughoudend moet zijn met het ondersteunen van specifieke technologieën
en beter kan sturen op scherpe uitstootnormen, maakt de ChristenUnie een
uitzondering voor elektrisch rijden. Dat wordt gestimuleerd door
realisatie van voldoende oplaadpunten; het handhaven van de vrijstelling
van motorrijtuigenbelasting; en 0 procent bijtelling zolang de elektrische
auto in de introductiefase zit; dus ook nog na 2014.
- Prioriteit voor
goed beheer en onderhoud. Het wegwerken van de
onderhoudsachterstand van bruggen en viaducten heeft prioriteit; hierop
wordt niet bezuinigd.
- Focus op beter
benutten. Om knelpunten op de weg op te lossen wordt er eerst
gekeken welke winst kan worden geboekt door beter benutten, door
mobiliteitsmanagement en door invoering van de kilometerprijs. Pas waar er
daarna nog een structureel knelpunt is, kan weguitbreiding aan de orde
zijn.
- Weg in combinatie
met OV. Bij knelpunten op de weg, moet bij het oplossen daarvan
niet alleen worden gefocust op aanleg van wegen, maar wordt voortaan ook
gekeken naar de mogelijkheden van OV en fiets. Bij nieuwe
weginfrastructuurprojecten wordt standaard gekeken in hoeverre deze
gecombineerd kunnen worden met verbetering van het openbaar vervoer.
- Kiezen voor
kwaliteit. Bij realisatie van nieuwe wegen sparen we het
landschap waar mogelijk. De ChristenUnie kiest voor de Nieuwe Westelijke
Oeververbinding bij Rotterdam voor het westelijk gelegen
Oranjetunneltracé. Het Blankenburgtracé is alleen acceptabel als er wordt
gekozen voor een volledig geboorde tunnel, zodat het groene gebied tussen
Vlaardingen en Maassluis wordt gespaard.
Goederenvervoer
Nederland heeft een sterke positie in het internationale goederenvervoer.
Rotterdam zou nooit tot de top van de wereldhavens behoren zonder het
totaalpakket van aanvoer, (gedeeltelijke) bewerking, logistieke dienstverlening
en doorvoer. Die positie is het waard om te behouden, maar wel met verbetering
van de luchtkwaliteit en de veiligheid, en een betere benutting van
milieuvriendelijke vervoersmogelijkheden.
- Goede
achterlandverbindingen. De vollopende achterlandverbindingen
krijgen meer mogelijkheden. De A15 wordt aangepakt en de Betuweroute wordt
doorgetrokken in Duitsland. Om de binnenvaart te bevorderen is de
realisatie van een verbinding tussen het Twentekanaal en het
Mittellandkanaal in Duitsland van belang. De spoorboog bij Deventer is
onnodig en komt er dus niet.
- Sterke en schone
binnenvaart. De ChristenUnie wil het gebruik van schonere motoren
in de binnenvaart bevorderen, het aantal ligplaatsvoorzieningen uitbreiden
en naast de grote ook de kleine vaarwegen open houden. Het vaarwegennet
kan meer worden gebruikt voor distributie van goederen voor het midden- en
kleinbedrijf. De realisatie van overslagterminals voor water, weg en spoor
wordt gestimuleerd en er wordt geïnvesteerd in sluiskolken om de
wachttijden te reduceren en het vaarwegennet robuuster te maken. Daarnaast
moet het achterstallig onderhoud van de vaarwegen in 2016 zijn weggewerkt.
- Havens werken
samen. De Nederlandse zeehavens werken samen om sterk te staan
tegenover buitenlandse concurrenten. Nederland zet zich in Europa in voor
gelijke regels voor overheidsfinanciering van haveninfrastructuur. Het
concept van de ‘groene havens’ wordt standaard praktijk in Europa; schone
schepen worden sneller afgehandeld en/of betalen minder havengeld.
Zeehavens en drukke overslagpunten voor de binnenvaart krijgen
walstroomvoorzieningen.
- Bevorder de
Nederlandse zeescheepvaart. Omdat de zeescheepvaart met mondiale
concurrentie te maken heeft, wordt de fiscale faciliteit voor schepen en
zeevarenden voortgezet om uitvlaggen te voorkomen.
Luchtvaart
De luchtvaart is van belang voor het intercontinentale vervoer. Binnen
Europa wordt het netwerk van hogesnelheidslijnen echter een steeds beter en
vooral ook duurzamer alternatief. Verdere uitbreiding van regionale luchthavens
is niet nodig en onrendabel. Schiphol kan niet koste wat kost blijven groeien.
De bescherming van de regio tegen geluidsoverlast heeft prioriteit. Het is niet
meer dan redelijk dat de luchtvaart gaat bijdragen in de vervuilingskosten die
zij veroorzaakt.
- Prettig wonen, ook
in de buurt van Schiphol. Het nieuwe handhavingsstelsel om het
vliegverkeer bij Schiphol binnen de perken te houden, het zogenaamde
Vliegen Volgens Afspraak, is niet transparant en beschermd omwonenden
onvoldoende. Uiterlijk in 2014 is er een nieuw transparant stelsel dat
bewoners duidelijkheid geeft voor de toekomst. Er wordt spoed gezet achter
het toepassen van glijvluchten zoals beloofd aan de omwonenden.
- De echte prijs van
vliegen. Nederland maakt samen met Europese koploperlanden een
start met het doorrekenen van de externe kosten van het vliegverkeer,
zodat het concurrentievoordeel van vliegen in vergelijking met andere
vervoerwijzen wordt opgeheven. Er komt daarom in overleg met de ons
omringende landen een NOx heffing per vliegbeweging. Op
internationaal niveau zet Nederland in op het heffen van accijns op
kerosine.
- Regionale
luchthavens worden geen mini-Schiphol. De plannen voor
uitplaatsing van vluchten van Schiphol naar regionale luchthavens worden
geschrapt. Regionale luchthavens blijven gesloten tussen 23.00 en 07.00 uur.
Om omwonenden zekerheid en bescherming te bieden worden bij deze
luchthavens lokale geluidsnormen vastgesteld voor alle woonwijken waar een
substantiële geluidsbelasting kan optreden.
Fietsen
Fietsen en wandelen worden als duurzame, goedkope en gezonde vorm van
mobiliteit krachtig gestimuleerd. Hierdoor worden steden leefbaarder en
bereikbaarheidsproblemen beperkt. De ChristenUnie streeft naar 25 procent meer
fietsgebruik in 2020 en 50 procent minder dodelijke fietsslachtoffers. Hiervoor
zijn investeringen in fietsvoorzieningen nodig. Deze kosten relatief weinig.
- Snelle
fietsverbindingen. Het netwerk van fietssnelwegen tussen woon- en
werklocaties wordt uitgebreid. Er komen twintig nieuwe routes in de
periode 2012-2016. Doel is een samenhangend netwerk van doorgaande
hoofdfietsroutes in het gehele land.
- Veiliger op de
fiets. Het Rijk ondersteunt kansrijke onderzoeken naar technieken
om voertuigen veiliger te maken voor fietsers en wandelaars zoals
dodehoek-detectie.
- Overal met de
OV-fiets. Het OV-fietssysteem wordt uitgebreid tot alle stations
en andere belangrijke OV-knooppunten.
- De fiets moet
fatsoenlijk geparkeerd kunnen worden. De mogelijkheid van
fietsparkeren bij voorzieningen en bedrijventerreinen wordt opgenomen in
ruimtelijke ordeningsvoorschriften. Bij stations moeten voldoende en
kwalitatief goede gratis fietsparkeerplekken zijn. Er komt in samenwerking
met gemeenten en provincies een programma om 250.000 extra plaatsen te
realiseren tot 2020.
- Brommers- en
snorfietsen milieuvriendelijker. Nederland zet zich in voor
strengere Europese emissie- en geluidnormen voor brom- en snorfietsen.