GL: fragmenten uit het verkiezingsprogramma

http://tweedekamer.groenlinks.nl/files/Groene_Kansen_Voor_Nederland.pdf

 

Duurzame bereikbaarheid

In een duurzame economie verplaatsen we ons op een slimme manier. Dat betekent dat we de bestaande infrastructuur slimmer benutten. Betalen per kilometer is goedkoper, efficiënter en beter voor het milieu dan verbreden van wegen. Een deel van de miljarden die aan asfalt worden uitgegeven investeren wij liever in oplossingen voor de toekomst: betrouwbaar en aangenaam openbaar vervoer en meer, betere en veiligere wandel- en fietspaden.

 

Innovaties als vraaggestuurd openbaar vervoer en electrische fietsen geven mensen meer vrijheid zonder dat er een auto aan te pas komt. Ook zijn er grote kansenh voor ondernemers: als dichtbevolkt land kan Nederland koploper worden met de electrificatie van het vervoer. Dit zal des te sneller gaan als we vieze auto’s duurder maken en electrische modellen goedkoper.

 

H. Groen reizen

1.   Fietsen wordt krachtig gestimuleerd. Er komen meer stationsstallingen en OV-fietsen. Gemeenten en provincies moeten voldoen aan kwaliteitsnormen voor fietsvoorzieningen. Ze investeren in goede voorzieningen voor de fiets, zoals comfortabele, veilige en snelle fietsroutes. De subsidies die gemeenten van de rijksoverheid ontvangen voor fietsinfrastructuur wordt verhoogd.

2.   Het vervoer per trein krijgt een impuls: extra treincapaciteit, inhaalsporen, betere stations en beter onderhoud vanb spoor en treinen. De trajecten waar treinen in hoge frequentie gaan rijden, worden verlengd tot buiten de Randstad. Tevens starten in meerdere regio’s buiten de Randstad experimenten met nachttreinen, naar Brabants voorbeeld.

3.   Er komt een nieuwe spoorlijn van Almere via Utrecht naar Breda (AUB) en betere treinverbindingen naar Duitsland en België.

4.   In grootstedelijke regio’s gaan regionale treinen, lightrail, metro, sneltram en snelbus een samenhangend net vormen van hoge kwaliteit. Wacht- en overstaptijden worden korter. Reisinformatie is integraal en actueel.

5.   De grote steden houden de keus hun openbaar vervoer zelf aan te besteden bij gemeentelijke vervoerbedrijven. Zo blijft de samenhang tussen tram, bus en metro in stand. Openbaar vervoer wordt beter toegankelijk voor ouderen, gehandicapten en mensen met kinderen.

6.   Er komen meer electrische- en aardgasbussen, in plaats van vervuilende dieselbussen.

7.   Gemeenten krijgen de mogelijkheid naast de meest verouderde en vervuilende vrachtauto’s ook andere voertuigen en bouwmachines te weren om de lucht schoon te maken.

8.   De OV-chipkaart wordt een echte servicekaart die het reisgemak dient. Reizigers die op hun privacy gesteld zijn, mogen hiervan geen financieel nadeel ondervinden. De OV-chipkaart wordt pas verplicht op het spoor als de NS alle kinderziekten heeft opgelost en de klachtenafhandeling bij één loket is geregeld.

9.   De rijksoverheid stuurt zodanig op ov-tarieven en (auto) belastingen dat schoon en zuinig vervoer en thuiswerken aantrekkelijk worden. Duurzaam goederenvervoer via spoor en binnenvaart worden gericht gestimuleerd.

10. Nederland neemt internationaal het voortouw voor beter grensoverschrijdend openbaar vervoer, alsmede voor de invoering van een Europese treinplanner met boekingssysteem, ook voor fiets en rolstoel.

 

11. De kilometerheffing wordt zo snel mogelijk ingevoerd, waarbij:

      a.   de kilometerheffing een fors verschil maakt tussen milieubelastende en zuinige voertuigen;

      b.   vrachtverkeer duurder wordt;

      c.   op drukke plekken en in de spits een horger tarief geldt;

      d.   de privacy buiten kijf staat: politie en justitie krijgen geen toegang tot reisgegevens;

      e.   een deel van de opbrengst wordt ingezet voor lagere lasten op arbeid.

12. De vergoeding voor qoon-werkverkeer met de auto gaat onder het normale belastingregime vallen.

13. De verlaging van de aanschafbelasting op auto’s wordt teruggdraaid en de tarieven verder gedifferentieerd naar milieubelasting. Vanwege de ruimte die auto’s innemen moet er een rem blijven op het autobezit.

14. Deelauto’s krijgen een volwassen plek in het Nederlandse vervoerssysteem. De auto hoeft niet persé voor de deur te staan.

15. Autorijden op fossiele brandstoffeen wordt zo snel mogelijk vervangen door tijden op groene stroom of andere duurzame energiebronnen. Koperes van elektrische auto’s kunnen een laagdrempelige lening krijgen, die wordt afgelost met hun besparing op brandstof. Taxivervoer wordt electrisch.

16. Nederland ijvert in Brussel voor de strengst mogelijke milieunormen voor voertuigen, waaronder een maximum van 80 gram CO2 per kilometer in 2020 voor nieuwe personenauto’s.

17. Er komen geen nieuwe wegen die ons land nog verder versnipperen. Dus ook geen Blankenbergtunnel, A13/A16 of doortrekking van de A15 door de natuur. Het spitstarief in de kilometerheffing moet nieuwe wegverbredingen overbodig maken. De snelheidsverhoging naar 130 wordt teruggedraaid. Waar dat nodig is voor het milieu en/of tegenn geluidsoverlast, gaat de mazimumsnelheid naar 80 of 100 km per uur.

18. Er komen experimenten om wegen duurzamer te maken .bijvoorbeeld door overkappingen en combinaties met het produceren van groene energie.

19. De groei van Schiphol en regionale vliegvelden wordt gestopt. Vliegveld Twente komt er niet. Er komt een belasting op vliegen. Nederland maakt zich in Europees verband sterk voor de invoering van een kerosinetax, vergelijkbaar met de accijns op benzine en andere brandstoffen. Er komt een verbod op nachtvluchten.

20. Nederland grijpt haar sterke marktpositie aan om een voortrekkersrol te spelen bij het schoner maken van binnenvaart en zeevaart, bijvoorbeeld door havengelden afhankelijk te maken van de milieuprestatie van de reder en door op de wal groene stroom aan te bieden. Nederland maakt zich in EU-verband sterk voor de invoering van een accijns op zware stookolie.

 

I.    Ruimte winnen

3.   Huizen worden zoveel mogelijk binnen de grenzen van steden en dorpen gebouwd en nabij knooppunten van het openbaar vervoer.

4.   Er komt een Fonds Duurzame Structuurversterking. Al het geld voor infrastructuur en ruimtelijke investeringen komt in één pot, waaruit integrale plannen voor verkeer en wonen worden gefinancierd. Zo gaat er minder geld naar asfalt en meer naar openbaar vervoer en stadsverbetering.

6.   In de Randstad worden tot 2040 ten minste 500 duizend nieuwe woningen gebouwd, grotendeels binnen de bestaande stads- en dorpsgrenzen. Deze woningen zijn energieneutraal of wekken energie op.

8.   Gemeenten gaan een leegstandsbeleid voeren. Op nieuwe kantoren wordt een ‘verwijderingsbijdrage’ geheven, die wordt gebruikt om bestaande kantoren om te bouwen tot bijvoorbeeld woningen of ze te slopen. Leegstand langer dan een jaar wordt beboet met een leegstandsheffing. Bij langdurige leegstand kan een gemeente een kantoor tegen de marktwaarde vorderen om te renoveren of te slopen. Overbodige regels die ombouw belemmeren worden aangepakt.